Paleis Soestdijk
- At December 30, 2017
- door Bram
- In Reportages
0
Paleis Soestdijk is het voormalig koninklijk paleis in Baarn. Soestdijk, of eigenlijk “Hofstede Aen Zoestdijck”, is vernoemd naar ‘de Soestdijk’ die langs het buurtschap Soestdijk loopt.
Het centrale deel van het gebouw werd als eerste gebouwd, rond 1650, in opdracht van de burgemeester van Amsterdam; Cornelis de Graeff. In die tijd was het redelijk normaal dat vooraanstaande personen een tweede thuis hadden, weg van de vuile, ziekmakende en ongezonde stad. Vergeet niet dat er in die tijd geen riolering was en dat paardenpoep de straten bedekte…
Het paleis werd verder bewoond door onder andere stadhouder Johan Willem Friso, Louis Napoleon (de broer van Napoleon Bonaparte), koning Willem II en koningin Emma. Vanaf 1937 was het het woon- en werkpaleis van prinses en later koningin Juliana en prins Bernhard. Tot hun dood in 2004. Sinds 1971 is het paleis in Rijksbezit.
In de loop der tijd werd het paleis verschillende keren aangepast en uitgebreid. Eén van die uitbreidingen omvatte de twee vleugels aan weerszijden van het hoofdgebouw met de kenmerkende halfronde zuilengalerijen. Deze zuilengalerijen zijn geïnspireerd op het Tsarenpaleis in Pavlovsk nabij Sint-Petersburg, Rusland. Dit idee was afkomstig van de vrouw van koning Willem II, Anna Paulowna van het geslacht Romanov. Zij is geboren en opgegroeid in het paleis in Pavlovsk. (Volgens de overlevering vroeg Anna bij de eerste aanblik van paleis Soestdijk of dit het poortgebouw was…) Aanvankelijk waren de colonnades open omdat Soestdijk primair werd gebruikt als zomerpaleis. Dit was nog steeds het geval tot de dood van koningin-moeder Emma in 1934. Daarna werden er verschillende modernisaties doorgevoerd, zoals het beglazen van de colonnades zodat het paleis ook buiten de zomerperiode gebruikt kon worden. Ook werd er elektriciteit aangelegd.
Momenteel is het paleis een tijdelijk museum in afwachting van grote renovaties. Het is onlangs verkocht aan een consortium genaamd Made by Holland. Een deel van het paleis wordt een hotel. Er zal ook ruimte zijn voor tentoonstellingen. Er zullen 65 huizen worden gebouwd op het terrein van de oude Koninklijke Marechaussee. Het omliggende bosgebied zal worden geopend voor recreatieve gebruikers. De renovatie gaat Made By Holland zo’n 100 miljoen euro kosten en zal naar verwachting in 2018 starten. Tot die tijd blijft het paleis open als museum. En dat is het bezoeken waard.
Het museum toont je de meest prominente delen van het paleis op de begane grond en in de kelders “zoals het was”. Dat wil zeggen, verlaten door Juliana en Bernhard, zonder verdere verbeteringen of restauraties en met veel achterstallig onderhoud. Dit laatste is eigenlijk ook de charme van het museum. Terwijl je door de kamers en gangen loopt, krijg je echt een gevoel voor hoe Juliana en Bernard hier leefden. Met de goed verzorgde rondleidingen door gidsen wordt dit nog eens extra benadrukt.
Een luchthaven die van voortmaken zijn business heeft gemaakt
- At August 19, 2017
- door Bram
- In Reportages
0
Orio al Serio International Airport, ook wel als BGY afgekort, is de internationale luchthaven in de regio Orio al Serio in Italië, beter bekend als Bergamo. Sinds 2011 is de luchthaven ook bekend als Il Caravaggio International Airport, naar de barokschilder Michelangelo Merisi da Caravaggio. Maar eigenlijk noemt men de luchthaven nog steeds Orio al Serio.
BGY is derde luchthaven van Italië als het gaat om aantallen passagiers. In 2016 waren dat er bijna 12 miljoen. 90% Van alle vliegtuigbewegingen worden gedaan door Ryanair en DHL. In het Ryanair-netwerk is BGY een van de drukste hubs. Vanuit Bergamo worden meer dan 70 bestemmingen bediend. Voor DHL is BGY een van de vijf internationale hubs in Italië.
Recent kreeg ik de mogelijkheid om een foto documentaire op BGY te maken. Ik had met behulp van een gids toegang tot alle delen van de luchthaven. Zowel ‘front stage’ als ‘back stage’. Zowel in de passagiersterminal, de DHL hub en het platform. Het resulteerde in een prachtig kijkje in de zeer tijdkritische operatie op Bergamo. Natuurlijk is de klok, met name het wegtikken van de minuten, voor elke luchthaven van essentieel belang. Maar ik durf wel te zeggen dat het op tijd werken op BGY nog een tikje kritischer is. Ryanair hanteert een omkeertijd van slechts 25 minuten. Dat is de tijd waarin alle handelingen moeten gebeuren tussen het moment dat het vliegtuig aan de gate komt en dat de blokken weer onder de wielen vandaan gehaald worden om te vertrekken. Ter vergelijking: veel andere maatschappijen hebben een omkeertijd van ca. 45 minuten.
En DHL behandelt alle inkomende en uitgaande pakjes en pakketten in ongeveer 4 uur per nacht om de bezorging de volgende dag overal ter wereld te waarborgen.
Ryanair heeft voor Bergamo gekozen omdat de luchthaven vrij strategisch in Italië ligt. In het drukke noorden en dichtbij Milaan. En het ligt op nog geen 20 minuten met de bus van Bergamo.
Daarnaast is de luchthaven relatief klein. Op menig grotere luchthaven gelden vaak langere taxitijden dan de 2 minuten op BGY. En daarna begint de klok te lopen. De aankomende passagiers moeten zo snel mogelijk van boord. Dat duurt vaak zo’n 7 minuten. Terwijl hun koffers, meestal een klein aantal, uit het ruim worden gehaald, wordt er ook direct getankt. Omdat er vanwege brandveiligheid geen passagiers aan boord mogen zijn als er getankt wordt, heeft men daar op BGY een aaneensluitende procedure voor ontwikkeld. Dus het tanken start precies op het moment dat de laatste passagier van boord is.
Al voor de aankomst van het vliegtuig zijn de vertrekkende passagiers klaar om in te stappen. Grondpersoneel houdt via Flightradar24.com precies in de gaten hoe lang het nog duurt voor het aankomende toestel bij de gate is en stemt daar de snelheid van de instapprocedure op af. De vertrekkende passagiers worden in drie stadia naar het toestel geloodst. Telkens komen ze – letterlijk en figuurlijk – een stukje dichterbij het vliegtuig. Dit geeft hen niet het gevoel van (lang) wachten, maar dat de instapprocedure eigenlijk al begonnen is (terwijl het toestel er eigenlijk nog niet is!). In het laatste stadium staan de passagiers onderaan de vliegtuigtrap totdat de cabin crew het “oké” geeft om daadwerkelijk in te stappen. In de tussentijd wordt hun bagage al in het ruim met netten vastgezet en loopt één van de piloten een safety rondje om het vliegtuig. “To kick the tires” zoals dat in jargon heet. De pushback-truck verschijnt om het vliegtuig dan weer binnen 5 minuten van de gate te duwen.
Door de komst van Ryanair is Bergamo een populaire en op zichzelf staande toeristische bestemming geworden. Vroeger was het vooral een uitvalsbasis voor de wintersport. In de zomer was het er relatief stil. Maar nu is dat juist omgekeerd. In de zomer komen veel toeristen naar de hoger gelegen oude stad van Bergamo. De statistische gegevens zijn opmerkelijk: het aantal aankomsten in de accommodaties is gestegen met 82,5% (van 517.000 in 2003 tot 943.000 in 2014). Wel is de verblijfsduur gedaald, maar dat is logisch gelet op het feit dat wintersporttoeristen vaak langer blijven (een week) in plaats van stedentriptoeristen (vaak maar een paar dagen). De rol van de luchthaven daarin wordt onderstreept door het feit dat het groeitempo van de buitenlandse aankomsten hoger is dan dat van toeristen met de Italiaanse nationaliteit. Dit is een direct gevolg van de grotere bedrijvigheid op het vliegveld.
Back to Basic(s)
- At December 31, 2016
- door Esther
- In Reportages
0
Basic & Full Color is een popkoor uit Amersfoort met een grote variëteit in het repertoire. Nummers moeten niet alleen mooi klinken, maar er ook goed uitzien door een aantrekkelijke podiumpresentatie. Het koor streeft daarbij een hoge ambitie na, zoals vorig jaar te zien was bij hun lustrumconcert.
Ook dit jaar had het koor diverse hoogtepunten. Zo zong het zowel op de achter- als voorgrond bij de première van “A Midwinter’s Tale”. Een voorstelling waarin Pia Douwes een ode brengt aan de winter. De tijd van haardvuren, warme jassen en dikke sjaals, korte dagen en koude nachten, een nieuw begin, feestdagen en gezelligheid. Pia Douwes legt deze hartverwarmende reis af met het strijkorkest Maxemillecorde, onder leiding van Max Smeets en met aan haar zijde de zanger Dimitri Verhoeven uit België. Bekende klassiekers uit de musical-, film- en cabaretwereld komen in deze winterreis voorbij, van “Die Winterreis” van Schubert, via de “Dodenrit” van Drs. P tot “Let it go” uit de Disney film Frozen. Basic & Full Color zong zelf vier nummers solo.
De première werd een ‘interessante’ avond, zoals Pia Douwes het op haar Facebook pagina noemde. De leden van Basic & Full Color zongen de sterren van de hemel. Maar voordat zij de show tot een goed einde konden brengen, lag de voorstelling na het eerste entreenummer een kwartier stil door technische problemen met het geluid. Iets dat nog vaker zou voor komen. Zo stond een bezoeker tijdens de voorstelling op met de mededeling dat de drummer en bassist van het koor niet in de zaal te horen waren. Voor alle bezoekers gaf het koor daarom na afloop nog een spontane toegift in de foyer van theater de Flint. Dat werd zeer gewaardeerd en het bleef dus nog lang gezellig.
Bij theaterfotografie heb je vaak te maken met voor een fotograaf minder gunstige en contrastrijke lichtomstandigheden. Er is meestal weinig licht en de kleuren en posities veranderen continu. Ook staat men op het podium vaak weinig stil. Dus bewegingsonscherpte ligt eigenlijk altijd op de loer. Daarnaast was deze shoot nog een tikkeltje uitdagender. Het koor (de opdrachtgever) was niet “center stage” opgesteld, maar op de achtergrond achter een groep muzikanten plus instrumenten, een vleugel, vijf microfoons en diverse decorstukken. Daar tijdens het optreden tussendoor kruipen voor goede foto’s was natuurlijk geen optie. Gelukkig konden we dat ondervangen door al bij de generale repetitie foto’s te maken. En tijdens het optreden hebben we vanaf het balkon geschoten, zodat alles wat voor op de bühne stond geen obstakel meer was. Naast dat theaterfotografie echt een vak apart is, vergt het ook de nodige inventiviteit. Daarom een paar ‘basic’ tips voor onze mede-fotografen:
- Wees ruim op tijd en bestudeer vooraf het programma. Wat kan je verwachten? Zijn er specifieke momenten tijdens de show die je als fotograaf niet mag missen? Vraag ook wat de klant graag voor beelden wil.
- Zorg dat je al tijdens de generale repetitie kan fotograferen. Dan heb je vaak meer bewegingsvrijheid dan tijdens het eigenlijke optreden. Check wel of men dan al in kleding is. Plus(!), wordt vooraf “vrienden” met de lichtmensen of toneelmeester, want die zijn dan vaak nog druk bezig met het instellen en aanpassen van het licht.
- Lichtsterke lenzen zijn onontbeerlijk. Hierdoor kun je met een groot diafragma werken (f/1.8 tot hooguit f/5.6) waardoor je sluitertijden behoorlijk blijven. Dit ondervangen met flitsen is echt uit den boze! Ook al is het soms toegestaan door de organisatie. Flitsen is namelijk hoogst irritant voor de artiesten en het kan alle sfeer uit de foto halen.
- Werken met een hoge ISO-waarde, bijv. 3.200, 6.400 of 8.000, is eerder regel dan uitzondering, ondanks lichtsterke lenzen. Zorg er dus voor dat je een camera gebruikt die bij hoge waardes niet te veel ruis geeft. Overigens was een grove korrel vroeger juist een kenmerk van concertfoto’s. Nu ‘moet’ alles het liefst ruisvrij zijn. Maar durf daar vanaf te wijken. Soms kan ruis juist sfeerverhogend werken. Daarnaast kan je met Lightroom of andere software vaak ook nog wat ruis onderdrukken.
- Fotografeer altijd in RAW. Dan kan je de eventuele ruis eenvoudig achteraf onderdrukken. Bij de nieuwste camera’s doen JPG’s soms niet (meer) onder voor RAW. Dus schiet ‘dual’, want JPG’s maken vaak wel een snelle workflow achteraf mogelijk.
- Zet voor een goede belichting je camera op centrumgerichte lichtmeting of de spotmeter stand. Het licht mag dan wel veel fluctueren, de muzikanten zelf hebben vaak een vrij constante belichting. Dus kun je spotmeten op de zanger en die belichting onthouden. Daarbij is het soms handig om 1/3 of 2/3 stop onder te belichten. Want het is achteraf makkelijker om dingen extra op te lichten dan om overbelichting te verhelpen.
- Vergeet naast je groothoek je telelens niet. Vaak mag je in een theater tijdens het optreden niet vooraan staan; anders sta/zit je in de weg voor de mensen met betaalde kaartjes.
- Tot slot: geniet van de show! Voel en proef de sfeer. Pas dan kan je op de juiste momenten je juiste foto’s maken.
Terug naar de eerste steen
- At December 30, 2016
- door Esther
- In Reportages
0
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) is gevestigd in het vroegere hoofdkantoor van de KLM in Den Haag (schuin tegenover Madurodam). In 1970 heeft het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) het pand overgenomen. Niet zo vreemd als je bedenkt dat de KLM in die tijd nog voor een flink deel van de Nederlandse Staat was en VenW een nauwe -beleidsmatige- band met de luchtvaartmaatschappij had. Bij de overdracht werd de opstal getaxeerd op 26 mln. gulden. Uiteindelijk is er 30 mln. gulden betaald. Precies de prijs die nodig was voor de bouw van het nieuwe KLM-kantoor in Amstelveen.
Inmiddels staat ook IenM op het punt dit monumentale pand aan de Plesmanweg te verlaten. IenM gaat namelijk samen met o.a. het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar het vernieuwde Rijksgebouw “Rijnstraat 8”. De verhuizing staat voor juni 2017 gepland.
Dit vooruitzicht maakt ook dat er iets vaker achterom wordt gekeken. Zo was het pand in 2016 voor het eerst geopend voor rondleidingen op Open Monumentendag. Circa 230 mensen hebben toen een rondleiding gehad door het pand en inzicht gekregen in de historie van het pand en de KLM. Er zijn namelijk veel verwijzingen naar de KLM in die tijd, zoals de eerste werkkamer van Plesman (nog steeds in originele staat), de portiersloges op elke verdieping en de gevel met de karakteristieke vogels.
Recent heeft ook een groep van ca. 50 oud KLM-ers een bezoek aan hun voormalige thuisbasis gebracht. Daaronder was ook de kleinzoon van de grondlegger van de KLM (Albert Plesman), Jan Plesman. Twee jaar oud was hij toen hij in mei 1948 de eerste steen mocht leggen voor de nieuwbouw van het kantoor dat na de Tweede Wereldoorlog is gebouwd. Van die plechtigheid kan Jan, later zelf piloot bij de KLM, zich helaas niets meer herinneren. Alleen de tekst op “de steen” weet het nog te vertellen en een zilveren troffel met inscriptie. Deze troffel wordt trouwens nog steeds binnen de familie Plesman gebruikt. Niet voor andere eerste stenen, maar nu als taartschep bij feesten en partijen. Dus een fotosessie met de steen, de legger en de bewuste taartschep kon niet achterwege blijven. De aanwezigen gingen, als ware het een tijdmachine, even terug in de tijd naar 5 mei 1948 toen de plechtigheid plaatsvond. Temeer ook omdat Jan Plesman zo enorm op zijn opa lijkt.
Het verhaal gaat trouwens dat bij het leggen van die steen er ook een loden koker met inhoud achter de steen is ingemetseld. Helaas weet ook niemand het verhaal daarvan of wat er in die koker zou zitten. Dus mogelijk gaan we in de toekomst nog een keer terug naar die eerste steen en ligt er daar nog een verrassing op ons te wachten; wanneer het pand straks ingrijpend wordt gerenoveerd voor zijn nieuwe -nu nog onbekende- functie.
De tragiek van Doel
- At May 16, 2016
- door Esther
- In Reportages
0
Doel (België) is een dorp waarover Bram sinds 2008 een fotoreportage maakt. Het is een kleine 700 jaar oude parochie op de linkeroever van de Schelde en in de buurt van Antwerpen. Hoewel het dorp klein is, is de skyline ervan vrij bekend. Want die wordt gekenmerkt door een grote kerncentrale met twee reusachtige koeltorens. Deze kerncentrale is recent ook regelmatig in het nieuws geweest door sabotage-acties en allerlei technische mankementen. De centrale staat aan de rand van het dorp.
Doel ligt ook naast de haven van Antwerpen. Of beter gezegd: het grondgebied van Doel is een van de toekomstige uitbreidingsmogelijkheden van die haven. Volgens de uitbreidingsplannen moet het dorp op termijn wijken voor een nieuw havenbekken, het Saeftinghedok. Sinds het begin van de jaren ’70 worden bezwaren daartegen van boeren en dorpelingen genegeerd en zijn het Antwerpse Havenbedrijf en de overheid bezig om huizen te onteigenen. Zo wordt de lokale en rurale gemeenschap stap voor stap aan industriële en economische belangen opgeofferd.
Als gevolg daarvan is het dorp in verval geraakt. Door succesvolle acties van belangengroepen en lokale politici in de late jaren ’70 zijn deze uitbreidingsplannen kort in de koelkast beland. Maar na vele juridische procedures kwamen de plannen er weer uit. Bewoners ontvingen een brief waarin stond dat zij hun huizen op 1 september 2009 zouden moeten verlaten. Hierdoor daalde het aantal inwoners tot circa 220 personen in 2010 (oorspronkelijk 1.300 mensen). Met ingang van 2009 werden ook door de Vlaamse regering stap voor stap huizen onbewoonbaar gemaakt en gesloopt. De Maatschappij voor het Haven, Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied, of kortweg Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO), rapporteerde begin 2016 dat nu bijna alle huizen en gebouwen in handen zijn van de overheid. Er nog slechts één bewoond gebouw in privé-eigendom.
Het meest tragische van dit alles is dat er al jarenlang geen directe en concrete vooruitzichten zijn op de aanleg van het Saeftinghedok. En waar die er wel zijn, lopen ze vaak vast op andere problemen. Zo bleek onlangs dat de aanleg van het Saeftinghedok tot een groot verkeersinfarct in het achterland zal leiden en dat in de haven van Zeebrugge twee van de drie containerterminals leeg zullen komen te staan (overcapaciteit). Tot slot kan het dok de nucleaire veiligheid rond Doel in gevaar brengen. Daarom zijn Electrabel en het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle in 2013 naar de Raad van State gestapt. Ondanks dit alles gaat het proces van onteigening door.
Bram komt bijna jaarlijks in Doel om een fotoreportage te maken over het verval van het dorp. Het is echt een spookstad geworden. 90% Van de nog overeind staande huizen is vervallen of leeg. Doel was tot 1977 een zelfstandige gemeente met een oppervlakte van ruim 25 km² en had in 1972 ongeveer 1.300 inwoners. In 2007 was het inwonertal 359, in 2011 188, in 2013 28 en in 2016 slechts 22.
Tijdens zijn laatste bezoek op 3 mei 2016 telde Bram nog maar 14 bewoonde huizen. De overblijvers zijn vaak ouderen; geboren en getogen in Doel en vastberaden om te blijven. Ondanks die stelligheid verhuizen ze toch. Niet alleen met hun meubels, maar nemen ook hun overleden familie mee. Men is bang dat ook het kerkhof zal verdwijnen. Zo is het Havenbedrijf momenteel bezig met de ontmanteling van de kerk. Men wil het monumentale en beschermde kerkorgel verkopen, terwijl dat niet hun eigendom is.
Doel wacht op een definitief besluit tot sloop. In de tussentijd staat de tijd niet stil. Het chronisch verval is overal zichtbaar. Alles wat nog overeind staat, lijkt er biologisch afbreekbaar. Doel wacht duidelijk op het vonnis: de sloophamer. Ondanks dat de directe economische noodzaak daarvoor ontbreekt.