“Wat van ver komt, is lekker!” luidt een goed Nederlands spreekwoord. Iets wat van ver komt, was vroeger bijzonder. Denk aan het eerste Chinese restaurant in Nederland. Je kan dit zelfs terugvoeren tot de VOC. En omdat het bijzonder is denkt men vaak dat het ook beter is. Maar is dat nog steeds zo? Veel van ons eten en drinken komt tegenwoordig van over de hele wereld. Een blikje lychees of zo iets gewoons als een kolf maïs of aardbeien hebben soms duizenden kilometers afgelegd alvorens ze op ons bord liggen. Dus zo bijzonder is dat “verre” niet meer.
Eigenlijk is het omgekeerde tegenwoordig eerder waar. Voor lekker en bijzonder luidt het spreekwoord nu “Gij zult van dichtbij eten”. Er zijn steeds meer kleine bedrijven die lokale producten maken en aanbieden. Stuk voor stuk pareltjes. Ging het 10 jaar geleden nog om een paar (alternatieve) parels. Nu zijn er zoveel parels dat je zonder enige moeite je bord en glas het hele jaar kan vullen met lekkerijen van om de hoek gemaakt.
En nu we het toch over glazen hebben…bier is een heel goed voorbeeld. Voor bijzonder bier je hoef echt niet meer over de grens te kijken. Er zijn steeds meer kleine bierbrouwerijen die hard aan de weg timmeren. Amsterdam telt tegenwoordig 19 brouwerijen. Den Haag telt 8 en Rotterdam 4.
Brouwerijen als De kompaan in Den Haag en Kaapse Brouwers in Rotterdam maken geen traditionele bieren zoals blondjes, radler’s of triples. Nee(!), bieren als Indian Pale Ales, stoere amber’s en brute stouts. Of bieren die worden gerijpt op whiskey-, cognac- en wijnvaten. Non-conformistisch en recht uit het hart. Met passie gebrouwen. Namen als Kaapse Karel, Kaapse Koos, Vrijbuiter, Bondgenoot en Kameraad spreken boekdelen. Stuk voor stuk bieren met een ‘eigenwijsheid’ en dat allemaal op een fractie van de afstand dan een Pilsner Urquell, een Budweiser Budvar – beide uit Tsjechië – of een Asahi uit Japan.
Daarom is een uitstapje naar een lokale brouwerij op een foto walk door Rotterdam of Den Haag met Esther en Bram vaak wel mogelijk. Proost!
Ook in 2015 vond de Nieuwjaarsduik in Scheveningen weer plaats. Deze duik is traditiegetrouw de grootste duikplaats. Er doken circa 10.000 mensen om klokslag 12.00 uur in de Noordzee. Ondanks de relatief warme watertemperatuur van 7 graden Celsius, was het toch een koude duik voor de deelnemers. Door een combinatie van een buitentemperatuur van 4°C en een stevige wind (windkracht 5) lag de gevoelstemperatuur 1 graad onder nul.
De duik in Scheveningen is begonnen in 1965. Het was een initiatief van Jan van Scheijndel, de ex-Kanaalzwemmer van de Zwemclub Residentie. Aan de duik werd toen door zeven deelnemers deelgenomen. In de loop van de tijd groeide de nieuwjaarsduik van enkele excentrieke fanatiekelingen en bikkels tot een massa evenement. Alleen in 2007 is de duik één keer afgelast; na 39 jaar. Door extreem slecht weer vonden de brandweer, politie, reddingsbrigade, gezondheidsdiensten en de gemeente Den Haag het toen onverantwoord om de duik door te laten gaan.
De 2015 duik verliep niet helemaal vlekkeloos. Om de deelnemers warm te houden wordt er voorafgaand aan de duik voor een warming-up gezorgd. Er treden dan een DJ en artiesten op. Onder andere het gehele après-ski repertoire komt dan voorbij. Maar dit keer viel een half uur voor de daadwerkelijke duik de gehele muziekinstallatie uit. Dit zorgde voor enige paniek bij de organisatie. De warming-up werd evenwel goed gemaakt door een hartverwarmend ‘optreden’ door twee leden van de Haagse reddingsbrigade. Voor een onverwacht huwelijksaanzoek ging hij op het centrale podium op zijn knieën voor haar.
De stad Den Haag heeft, volgens het gemeente-archief, 1.292 monumentale bomen. Verbazingwekkend, aangezien in de Tweede Wereldoorlog, en met name in de hongerwinter van 1944, er veel bomen werden gekapt voor het hout. In de wijk Bezuidenhout staan heel wat monumentale bomen, terwijl deze wijk per abuis zwaar werd gebombardeerd door de RAF.
Deze boom staat ook in Bezuidenhout, net aan de rand van het stadscentrum. Het is een Hollandse Linde. De boom heeft ID-nummer 6347 (voor alle boomliefhebbers) en heeft als bijnaam, hoe verrassend, “Linde”. Volgens een jaarringtelling moet de boom rond 1870 zijn gepland (met een marge van ± 5 jaar) en is dus 145 jaar oud. De boom heeft een omtrek van 3,5 meter en groeit gemiddeld 1 cm per jaar. De hoogte is op dit moment bijna 20 meter.
Linde heeft weliswaar de oorlog overleefd, in recentere jaren heeft ze diverse andere bedreigingen moeten weerstaan. De aangrenzende verkeerstunnel (de Koningstunnel) was oorspronkelijk op zo’n manier gepland dat Linde zou moeten worden gekapt. Echter, na flink wat publiek protest werd de tunnel verplaatst en kon Linde blijven staan. Veder heeft Linde nogal wat hoogbouw om mee te wedijveren. Ten eerste het Resident-project met Castalia (104m), de Zurichtoren, daarna de Hoftoren (142m) en de laatste toevoegingen het Wijnhavenkwartier (146m) en Nieuw Babylon (142m).
Al deze uitdagingen overwonnen hebbend, torent Linde dus nog steeds boven alles uit!
Iedere zichzelf respecterende topsporter heeft tegenwoordig een website. Natuurlijk niet met alleen foto’s van briljante reddingsacties en waanzinnige overwinningsmomenten, maar vooral met personalityfoto’s. Wie is de sporter nou eigenlijk, welk verhaal zit er achter zo iemand die leeft voor zijn sport en er heel veel andere dingen voor laat?
Erik Meijs behoort tot de top 3 van badmintonners in Nederland. Hij reist de hele wereld over om te trainen en toernooien te spelen. En hoewel wij hem niet hebben zien spelen tijdens deze opdracht, geloven wij toch helemaal dat Erik wel erg goed moet zijn!
Steeds vaker werk ik samen met een andere fotograaf. Deze opdracht was van tevoren helemaal uitgedacht, want het moest ‘anders dan anders’. In twee fotoshoots werkten wij daarom toe naar een zestal personalityfoto’s. Foto’s die allemaal worden gebruikt op de nieuwe website van Erik Meijs: www.erikmeijs.com
De eerste fotoshoot vond plaats in een sporthal in Haarlem. Erik wist nog niet zo goed wat hij kon verwachten, maar naast badminton blijkt hij ook erg goed te zijn in modellenwerk ;-) Zelden vinden wij iemand voor de lens die zo makkelijk opvolging geeft aan vragen en suggesties van de fotograaf en die geen enkele moeite heeft een lach op zijn gezicht te toveren. Erik had alleen wat moeite om serieus te blijven bij de foto met de bokshandschoenen, omdat zijn vader en manager als slachtoffer van zijn (gespeelde) agressie moest fungeren.
Ook in zijn rol als dokter (Erik geeft namelijk ook clinics) deed Erik het prima. Een goed gesprek met een shuttle via een stethoscoop heeft hem waardevolle informatie opgeleverd voor toekomstige wedstrijden.
Bij de tweede fotoshoot, in Rotterdam, legden we de lat wat hoger. Bij deze foto’s ging het vooral om een goede timing. Dat het een topsporter niet ontbreekt aan een prima timing, bleek wel bij de uitdaging om een shuttle hoog te houden op de manier zoals een voetballer dat zou doen. Gelijk kwam het fanatisme ook naar boven, want winnen is tenslotte belangrijk dan meedoen ;-)
De échte uitdaging hadden we echter tot het laatst bewaard. Een foto, in één keer genomen, dus geen Photoshop, met zowel light trails als een sprong. Met gekleurde LED-lampjes op zijn rug, kreeg Erik 4 seconden de tijd om een mooie light trail vast te leggen én een sprong te maken voor een smash. Het vergde even wat afstemming, maar ook daarbij is de korte leercurve van een topsporter heerlijk om mee te werken. Erik wist meerdere keren een goed resultaat neer te zetten en bij de één na laatste sprong was het helemaal perfect. Een foto waar ook wij buitengewoon tevreden mee zijn:
‘The Making Of’ is vastgelegd door Team Meijs en geeft een leuke kijk achter de schermen van deze fotoshoots:
Kijk zelf hoe de foto’s zijn ingezet op de website van Erik Meijs: www.erikmeijs.com